Zit dit in het examen? Is een vraag die voorbeeld is voor een educatief systeem dat op verkeerde gronden meet.
Wat maakt voortgang meten door een examen vol vragen een goede maatstaf? Studenten met tienen zijn niet per definitie waardevolle collega’s of innovatieve ondernemers. Ze kunnen gewoon goed leren en toetsvragen goed beantwoorden.
Het systeem meet nou eenmaal met een toets. Dus de radartjes in het systeem richten zich in op de vraag ‘zit dit in het examen?’.
Liever hoor ik naar de vraag “Vind je dat ik op het gewenste niveau zit?”. Iets dat zowel ingaat op de behoefte van de toetser als die van de te toetsen persoon.
Als de vragen in een toets voor te bereiden zijn door kennis in je hoofd te stampen, is de kans dat je studenten die slecht kunnen stampen achterstelt groot. Maar studenten die slecht kunnen stampen, kunnen ook waardevolle collega’s en innovatieve ondernemers zijn.
Als je toch wilt testen, toets dan niet op kennis maar op vaardigheden. Die zijn direct herleidbaar naar toegepaste kennis in echte situaties. Dat geeft een veel beter beeld over de werkelijkheid en realiteitszin van je pupil.